Nieuws

Bioveiligheidsplan

Het ministerie van LVVN heeft eerder dit jaar de verplichting opgesteld voor pluimveehouders om een bioveiligheidsplan samen met de dierenarts op te stellen. Hier hebben we u eerder over geïnformeerd.

Meldwijzer NVWA onveilige levensmiddelen aangepast

De NVWA heeft onlangs de Meldwijzer onveilige levensmiddelen aangepast. Elk levensmiddelenbedrijf in de keten is verplicht om een melding te doen van een onveilig levensmiddel.

Vogelgriep en bezoek op pluimveebedrijven

De vogelgriepsituatie in Nederland en in de landen om ons heen is zorgelijk. AVINED roept alle pluimveebedrijven en erfbetreders op om alert te blijven op de hygiëne op uw bedrijf en zo goed mogelijke bioveiligheidsmaatregelen op uw bedrijf te treffen.

Meer nieuws

Avined

Stichting AVINED heeft als missie om met een efficiënte dienstverlening de huidige duurzame en robuuste marktpositie van de Nederlandse pluimveesector verder te versterken.

Lees meer

Risico op vogelgriep in de winter vier keer hoger

9 juli 2020

Het risico op introductie van vogelgriepvirus op pluimveebedrijven is in de maanden november tot en met februari vier keer hoger dan in de zomermaanden. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Bioveterinary Research en de Gezondheidsdienst voor Dieren. Interventies gericht op het voorkomen van introducties van vogelgriepvirus zullen daarom met name gericht moeten zijn op deze winterperiode.

Pluimvee kan besmet raken met vogelgriepvirussen door direct contact met geïnfecteerde wilde vogels of hun uitwerpselen. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) toonde eerder aan dat het risico op introductie van laag pathogene vogelgriepvirussen hoger is voor pluimveebedrijven met een vrije uitloop. In een recente studie onderzochten WBVR en GD of dit risico in bepaalde perioden van het jaar groter is.

Aanpak studie

Voor deze studie werden de gegevens van het serologische monitoring programma voor vogelgriep gebruikt, en werden gedurende twee jaar eieren verzameld van 261 uitloopbedrijven. In het monitoring programma worden elke drie maanden bloedmonsters van pluimvee getest op aanwezigheid van antistoffen tegen vogelgriep. Wanneer antistoffen werden aangetoond, dan werden de eieren – verzameld in de periode voorafgaande aan de antistofdetectie – getest om zo het moment van introductie van het virus nader te bepalen. Met gebruik van wiskundige en statistische modellen werd vervolgens het tijdstip van introductie van het virus en de periode van het jaar met hogere risico van introducties berekend.

Interventies richten op de winterperiode

Deze studie heeft laten zien dat de meeste introducties van laag pathogene vogelgriepvirussen plaatsvinden in de maanden november tot en met februari. Eenzelfde risicoperiode werd gezien voor introductie van hoog pathogene vogelgriepvirussen. Het risico op introductie van vogelgriepvirus op pluimveebedrijven in deze periode was vier keer hoger dan in de zomermaanden. In de winter zijn grote aantallen trekvogels aanwezig, die overwinteren in ons land. Interventies, ook vanuit agrarisch ondernemers, gericht op het voorkomen van introducties van vogelgriepvirus zouden daarom met name gericht moeten zijn op deze winterperiode.

Toch ook vogelgriep in de zomer

In de praktijk lijkt het vogelgriepvirus toch ook in de zomerperiode voorkomt. Zo is er in juni 2020 sprake van HPAI H5N8 in Bulgarije en Hongarije. En is Italië getroffen door laagpathogene vogelgriep. Oplettendheid blijft daarom altijd van belang, ook als het zomer is. Lees hier meer over vogelgriep.