Elke ondernemer in de pluimveesector betaalt mee aan onderzoek uit de onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse Pluimveesector. Dit komt voort uit de algemeen verbindend verklaring, goedgekeurd door de overheid. De onderzoeksbijdrage maakt het voor de pluimveesector mogelijk om in te spelen op actuele en toekomstige vraagstukken op onder andere het gebied van dier- en volksgezondheid, dierwelzijn en duurzaamheid. Zo behoudt en versterkt de Nederlandse pluimveesector haar koppositie als gezonde, concurrerende en duurzame pluimveehouderij.
Onderzoeksagenda 2018 Onderzoeksagenda 2019 Onderzoeksagenda 2020 Onderzoeksagenda 2021 Onderzoeksagenda 2022 Onderzoeksagenda 2023 Onderzoeksagenda 2024
Onderzoek in uw deelsector
Jaarlijks wordt door de adviescommissies een advies uitgebracht welke onderzoeken relevant zijn en voor financiering in aanmerking komen. Per onderzoek wordt vastgesteld welke deelsector(en) belang heeft/ hebben bij de uitkomsten van het onderzoek. Alleen de deelsectoren die belang hebben bij de uitkomsten van een onderzoek betalen via de onderzoeksbijdrage mee aan het onderzoek.
Wie betaalt wat?
Op basis van de begroting wordt de onderzoeksbijdrage per ondernemer berekend. De onderzoeksbijdrage is gebaseerd op het aantal actieve kipnummers dat de pluimveehouder heeft en de aantallen aangevoerde dieren. Bij broederijen en vaccinbedrijven wordt de onderzoeksbijdrage bepaald o.b.v. actieve kipnummers (vast jaarlijks bedrag) en het aantal ingelegde eieren voor de Nederlandse markt (variabel bedrag). Voor pakstations wordt aantal actieve kipnummers en het aantal aangevoerde eieren genomen als basis voor de onderzoeksbijdrage. Meer informatie over de berekening vindt u op de pagina tarieven onderzoeksbijdrage.
Budgetten voor onderzoek worden tijdig bepaald. Zo kunnen deze in de begroting van het programma voor het komende jaar opgenomen worden. Het bestuur van AVINED stelt in november de onderzoeken en begroting van komend jaar vast. Zie ook ‘Hoe wordt onderzoek geselecteerd?‘