Nieuws

Kunnen insecten veilig groeien op vleeskuikenmest?

Dat is een vraag die centraal staat in de PPS Safe Insects. In dit project wordt onderzocht of het haalbaar is om insecten te kweken op reststromen.

Onderzoek AVV: drie nieuw opkomende ziektekiemen

De afgelopen jaren is er een stijging te zien in het aantal bacteriële aandoeningen bij pluimvee. Om deze aandoeningen aan te kunnen gaan pakken heeft de Royal GD in opdracht van AVINED drie bacteriegroepen onderzocht:

Vervolgonderzoek windbreekgaas: hoe fijner het gaas, hoe meer AI-virus inlaat wordt tegengehouden

Het plaatsen van windbreekgaas heeft een duidelijk verlagend effect op het risico op vogelgriepbesmettingen via de luchtinlaten. Uit vervolgonderzoek blijkt: hoe fijner het gaas, hoe sterker het verlagende effect is op de hoeveelheid virus in aerosolvorm (zeer kleine vochtdruppeltjes) dat wordt doorgelaten.

Meer nieuws

Avined

Stichting AVINED heeft als missie om met een efficiënte dienstverlening de huidige duurzame en robuuste marktpositie van de Nederlandse pluimveesector verder te versterken.

Lees meer

Adviezen voor het aanbrengen van gaas of doek voor luchtinlaten

Uit onderzoeken (oktober 2022 en voorjaar 2023) blijkt dat windbreekgaas of -doek een aanvullende bioveiligheidsmaatregel kan zijn om de kans op insleep van vogelgriep te verkleinen. Het aanbrengen brengt echter wel uitdagingen voor het stalklimaat. Daarom heeft AVINED het Klimaatplatform Pluimveehouderij en Boon Techniek om advies gevraagd hoe je windbreekgaas het beste kunt toepassen, zonder negatieve effecten op de klimaatbeheersing.

Het aanbrengen van een windbreekgaas of -doek voor de luchtinlaat heeft grote gevolgen voor de klimaatbeheersing in de stal. Met name op de totale ventilatiecapaciteit. De netto doorlaatoppervlakte wordt, bij aanbrengen alleen voor de inlaatopeningen, minimaal gehalveerd. Hierdoor ondervinden de ventilatoren onder bepaalde omstandigheden (bij max. ventilatie) veel tegendruk, waardoor de ventilatiecapaciteit sterk afneemt. Dit geldt met name in de zomerperioden. Daarnaast bestaat jaarrond de kans op het dichtslibben van het doek als gevolg van het aanhechten van vuil (bijv. rijpvorming in de winter). Kortom, aandacht voor de klimaatbeheersing in de stal is van groot belang bij het aanbrengen van gaas of doek.

Enkele praktische adviezen van het Klimaatplatform Pluimveehouderij

Het Klimaatplatform geeft de pluimveehouder en leveranciers enkele adviezen bij het aanbrengen van een windbreekgaas of -doek:

  1. Zorg voor minimaal dezelfde totale netto doorlaatoppervlakte via gaas of doek als via de aanwezige luchtinlaat. Neem hiervoor de productspecificaties (doorlaatbaarheid) van het gaas of doek in acht. Hou hierbij rekening met een afname van de doorlaatoppervlakte door het aanhechten van vuil, met name bij toepassen van fijner gaas of doek.
  2. Breng het gaas of doek niet rechtstreeks voor de inlaatopeningen aan, maar over de hele oppervlakte van de zijgevel(s) (onder of boven het windbreekschot). Enkele details:
    • Hou rekening met een minimale afstand van 20 cm tussen het gaas of doek en de inlaatopeningen;
    • Bevestig de lagen gaas of doek tegen elkaar aan;
    • Zorg voor voldoende oppervlakte van het gaas of doek door het met een hoogte van zo’n twee meter te spannen over de volledig lengte van de zijgevel waarin de inlaatopeningen zitten. Een kleiner oppervlak levert namelijk een grotere toename van de tegendruk op, met grotere afname van de ventilatiecapaciteit als gevolg.
  3. Zorg ervoor dat je als pluimveehouder zeer goed op de hoogte bent van de (teruglopende) maximale ventilatiecapaciteit en wat er aan capaciteit 24/7 nodig is. Met name in perioden met hoge buitentemperaturen als er maximale ventilatie nodig is. Neem hiervoor contact op met de leverancier van het doek en klimaatdeskundigen.
  4. Spoel na iedere ronde het gaas of doek af aan beide zijden. Doe dit minimaal 1x per jaar, bij voorkeur begin maart als het voorjaar gaat beginnen. Daarnaast is het regelmatig stofzuigen van het gaas of doek aan te raden.
  5. Zorg ervoor dat bij de regeling van de inlaatkleppen het drukverschil wordt gemeten over de inlaatopeningen. Met andere woorden: zorg voor een meetpunt ná het gaas/doek. Plaats bij aanwezigheid van een overdekte uitloop het meetpunt in die ruimte.
  6. Voorkom dat lucht via andere openingen de stal in kan komen. Dus alleen lucht naar binnen via het gaas of doek.

Extra drukverval bij twee typen windbreekgaas of -doek

Het aanbrengen van gaas of doek zorgt voor extra drukval in de stal. Dit is bovenop de reguliere onderdruk. Ter illustratie is voor een aantal diercategorieën een overzicht gemaakt voor twee typen windbreekgaas of -doek (onderzoek Royal GD). Dit zijn de uitgangspunten:

  • Stallen die werken met mechanische ventilatie en de inlaatopeningen sturen op onderdruk;
  • Maximale ventilatiecapaciteit gerekend met maximale ventilatienormen m3/uur; 3,75 kuub per uur (Klimaatplatform pluimveehouderij);
  • Gerekend met de gebruikelijke bezetting per diergroep (bijv. kalkoen hanen max. 2,8 dieren per m2, kalkoen hennen max. 6 dieren per m2, eenden max. 8 dieren per m2 en vleeskuikens max. 20 dieren per m2) en een stalbreedte van 20 meter;
  • Gespannen gaas of doek tot met een hoogte van 2 meter.

Naar verwachting trek je het merendeel van het jaar niet meer dan 6 kuub per kip door de inlaat. In deze situatie is de impact van het aanbrengen van windbreekgaas of -doek op het stalklimaat relatief klein, mits het doek of gaas schoon is. De uitdaging zit in de dagen van het jaar dat het warm is en de ventilatiebehoefte en de vervuiling toeneemt. In deze situatie is het creëren van een ‘bypass’, waarbij het doek of gaas voor een gedeelte wordt geopend, een overweging voor de pluimveehouder. Kortom, het aanbrengen van doek of gaas brengt uitdagingen met zich mee voor het stalklimaat. Het vraagt om maatwerk, iedere stal is namelijk anders. Afstemming met leverancier en klimaatdeskundige is hierbij van groot belang.

Tot slot voor een verantwoorde productie van veilige eieren en pluimveevlees en gezonde dieren neemt u als pluimveehouder deel aan een of meerdere kwaliteitssystemen. Deze systemen stellen eisen aan zaken zoals huisvesting, klimaat en uitloop. Het is van belang om bij het aanbrengen van gaas of doek extra zorgvuldig naar deze voorschriften te kijken. Het aanbrengen heeft namelijk een (in)direct effect op zaken als huisvesting, klimaat en uitloop.